Ave Maria

2 juni 2016 1 Door Bonnie
De laatste dagen van de herfst
werd zij een winter ziek
de zomer niet gered
maar de lente haalde zij net
Lieve ma, lieve “koetje”,
Precies een week geleden, was het de avond van ons vertrek.
We waren allemaal thuis. Had ik geweten dat we die avond allemaal het huis zouden verlaten, dan… tja, dan wat…?
Je werd even wakker uit een onrustige slaap en vroeg; Lees je wat voor?
Gin en ik werden wat lacherig. Wat zegt ze nou? Voorlezen? Wie, ik? Hoezo? Wat dan?
Ja, zei je weer, Kiezen jullie maar wat uit. Pak maar iets. Er zijn zoveel boeken.
We wisten het even niet en keken elkaar vragend aan. De boeken die ze heeft, zijn allemaal van die dikke draken. Oom Ron kwam aandragen met “De Zwaluw en de Kolibrie”. 
Is goed, zei je.
Ja maar ma… dat boek heeft meer dan 400 bladzijden!!
Hu’uh. Weet ik. Begin maar vast.
Gin en ik kregen de slappe lach.
Ma… vind je het goed als ik dit boek gewoon een keer voor mezelf lees? Ik zoek wel wat anders voor je uit. Iets wat korter is.
Hm, bromde ze, Ook goed.

Ik weet dat je Toon Hermans geweldig vond. Ik vond een toepasselijk mooi gedichtje van hem, dat zal ik je nu alsnog voorlezen:
De bomen komen uit de grond
En uit hun stam de twijgen
En ied’reen vindt het heel gewoon
dat zij weer bladeren krijgen
we zien ze vallen op de grond
en dan opnieuw weer groeien
zo heeft de aarde ons geleerd
dat al wat sterft zal bloeien





Ontdek meer van bonblog

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.