Voor anker
Het Zeeuwse Luctor et Emergo en het Nederlandse Je maintaindrai, zijn zo ongeveer de meest bekende wapenspreuken. Ik kan mezelf er met regelmaat in terug vinden: Worstelend bovenkomen en daarna zien te handhaven. Alhoewel, geboren in Haarlem, zou ook de leus van het Haarlemse aardig bij mij kunnen aansluiten: Vicit vim virtus -Dapperheid heeft geweld overwonnen 🙂
Maar als ik dan toch mag kiezen, dan zou ik gaan voor een eigen ontwerp. Lijkt me leuk om daar eens een keertje over te brainstormen met mezelf. Wat zou de afbeelding zijn? Welke kleuren? Een ding is zeker, mijn motto zou ongetwijfeld groot op mijn vaandel prijken: Tidak membosankan, de taal van mijn roots. Het betekent zo goed als Nooit Saai.
Nooit saai op alle fronten. Sowieso op medisch gebied, zoals ik in vogelvlucht wel heb laten blijken in de meer dan honderd blogs die ik erover schreef sinds mijn diagnose darmkanker.
Nooit saai met een diversiteit aan mensen om mij heen; nooit saai qua belevenissen en ondernemingen in mijn vrije tijd en zeker nooit saai op gebied van werk. Over dat laatste: Ik kan tevreden en met een goed gevoel terugblikken op een kleurrijk werkverleden. Jammer dat het zo abrupt heeft moeten eindigen.
Voordat ik geconfronteerd werd met kanker, was ik al een jaar ziek thuis, te wijten aan de combinatie van ernstig eczeem, zware astmaklachten en alle mogelijke bijwerkingen door gebruik van medicatie. Het jaar erop stond vol in het teken van overleven en kankerbestrijding. Tegen het eind van dát jaar, nog voordat ik aan mijn onco-revalidatie kon beginnen, was ik inmiddels al twee jaar niet-kunnen-werkend thuis. Er moesten stappen ondernomen worden.
Weken tevoren had ik me al vertwijfeld afgevraagd hoe ik ooit mijn werkzaamheden weer zou kunnen oppakken. Ik werkte parttime in de zorgsector en gaf daarnaast danssessies. Dat dans voorlopig niet aan de orde zou zijn, was me wel overduidelijk. Zelfs al zou ik het gewild hebben, dan nog liet mijn lijf het afweten door alle beperkingen. Maar dan mijn werk als begeleider van mensen met Autisme: Hoe kon ik daar ooit weer ‘zekerheid’ bieden? Ik was geen stabiele factor meer. Mijn dagen waren niet meer te voorspellen qua energie en draagkracht. Niet alleen uitermate lastig voor mijn collega’s, maar zeer zeker ook voor de Bewoners (zoals de personen die wij begeleiden genoemd willen worden -in plaats van Cliënten) Juist zij, die zo gebaat zijn bij structuur en regelmaat. Hoe moest ik dit nu verder vorm gaan geven?
Ik heb me heel lang bezwaard gevoeld, ook al was het overduidelijk dat ik niets op welke werkvloer dan ook kon betekenen. Steeds opnieuw vroeg ik me aazelend af of ik dan niet gewoon eens op de koffie zou gaan. Of een teamvergadering bijwonen. Pfff… ik wilde het wel, maar had er gewoonweg de fut niet voor: er naar toe – er zijn – terug naar huis. En bovendien, wat zou ik antwoorden als mij gevraagd zou worden Wanneer kom je weer? Het kostte me aardig wat hoofdbrekens. Ik realiseerde me dat ik niet eens in staat was om ook maar de helft van mijn werkuren te draaien. Laat staan dat ik hardop durfde te denken dat ik mijn werk misschien wel helemaal niet meer zou kunnen oppakken. Het knaagde aan me. Zoveel vragen: Hoe? Wat? Wanneer? En ergens wist ik de antwoorden wel, hoe zeer het me ook aan het hart ging.
Er moesten spijkers met koppen geslagen worden. Een uitgebreid en goed gesprek met mijn werkgever bracht helderheid. In overleg met hen en met het UWV, werd op basis van al mijn blijvende medische beperkingen overeengekomen en bevestigd dat ik niet meer hoefde te werken. In het begin voelde dat dubbel, soms een beetje schuldig. Maar hey… ik had er bijna veertig werkjaren op zitten, dus hoezo schuldig? Bovendien: ik had hier niet om gevraagd. Vanaf het moment van de beslissing dat ik mocht stoppen met werken, leek er een enorme last van mijn schouders af te glijden. Ik kon mij nu volledig richten op mijn revalidatie-proces en het hoofdstuk Werk nu geoorloofd loslaten. Het gevoel van “Moeten” viel weg.
Gestopt met werken. Hoe opgelucht ik me daarover voelde, toch was het ook vreemd, na zo’n lange tijd werken. Ik heb veel verschillende dingen gedaan, gaandeweg veel doelgericht geleerd op zakelijk vakgebied en heb daarna het roer totaal omgegooid en ben me gaan specialiseren in autisme. Ik heb tal van verschillende personen mogen ontmoeten, waaruit blijvende vriendschappen zijn ontstaan. Ik heb op al mijn werkplekken met plezier gewerkt en heb nergens spijt van. De laatste … van mijn werkjaren waren in de zorgsector, waarin ik terecht kwam tijdens mijn danstherapie opleiding en na een turbulent TU Delft-(bijna)decennium. Ik had gezegd dat ik wilde méér betekenen voor mensen, als wist ik toen nog niet precies wat ik daarmee eigenlijk bedoelde.
Mijn nieuwsgierigheid dreef mij naar de wereld van de verstandelijk gehandicapten zorg. Ik kreeg een baan aangeboden op een woonlocatie, die bestond uit vier aparte eengezinswoningen, in Wassenaar. Daar gingen niet alleen mijn ogen open, maar ook mijn hart. Ik voelde me er direct als een vis in het water. Vanaf het eerste moment was ik geraakt en leerde ik iedere dag bij, nog het meest van en door de mensen die ik begeleidde. Door hen werd ik regelmatig geconfronteerd met mezelf, mijn (voor)oordelen en mijn eigen ‘handicaps’. Ik leerde er vooral mezelf te zijn en te luisteren naar het fluisteren (ofwel: tussen de regels door lezen). Er was één aparte woning waar vijf jongemannen met autisme woonden. Hun begeleiding vergde meer specialisme. Tot dan had ik er nog weinig mee te maken gehad en wist er niet veel van af. Het intrigeerde me zodanig, dat ik me er verder in ben gaan verdiepen en deskundig werd op dat gebied.
Ergens in 2005 heb ik de overstap gemaakt vanuit werken bij een instelling naar werken voor een ouderinitiatief, bij (klik)Woondroomzorg Onder hun supervisie, startte ik samen met ouders een wooninitiatief op in Schipluiden, waar hun (jong)volwassen kinderen met autisme begeleid zelfstandig konden wonen. Tot het moment aanbrak van Stoppen Met Werken.
Gestopt met werken.
Het Grote Ont-Moeten.
Vanaf hier kon ik weer opnieuw ontmoeten
Grappig detail:
Mijn allereerste baan was als Stewardess op een Rijnvaartschip, bij Botel Cruises NV, in Amsterdam.
Mijn laatste werkjaren bracht ik voornamelijk door in de IJsbreker aan de Schippershof in Schipluiden.
Ik kan dus wel met recht zeggen dat mijn werk zich in een lang vaarwater heeft bevonden, van kabbelende golfjes tot woelige baren en alles wat daar maar tussen zit.
Ontdek meer van bonblog
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.