Oom Ed
Met zijn kleine vingertje wijst hij omhoog. Ik volg de richting waarin hij met zijn glinsterende oogjes naar kijkt. Daar, hoog boven op mijn keukenkast! Wat zit daar toch in die glazen potten? Ik hoor het hem denken. Meteen krijg ik een vaag vermoeden en vraag met een glimlach: “Aha! Jij denkt zeker dat daar snoepjes in zitten hè?” Even lijkt hij verlegen te worden, maar knikt vervolgens zijn hoofdje met verwachtingsvolle grote ogen “Ja!” Helaas, ik moet mijn kleine neefje -die met zijn vader zomaar even kwam aanwaaien- uit zijn droom helpen.
“Nee hoor, dat zijn geen snoepjes, maar héél veel kleine vogeltjes”
Haastig voeg ik daar aan toe: “Van papier hoor! Geen echte natuurlijk!” Want, weet jij veel hoe je een kind zomaar ineens de stuipen op het lijf kan jagen. Stel je voor, dan gonst het binnen no-time rond: “Mijn tante bewaart meer dan honderd vogels in glazen potten….” Huuuu, wat moeten anderen wel niet van zo’n enge tante denken?! Voor je ‘t weet heb je ineens een naam.
Ik pak een stapeltje vouwblaadjes uit de kast. “Kijk, ik zal het je laten zien. Welke kleur papier wil je?” Blauw moest het worden! En daarmee vouw ik binnen enkele seconden een kraanvogeltje. “Een vogel, een vogel! Papa kijk!” opgetogen zoeft mijn neefje ermee door de lucht. Aangewakkerd door zijn enthousiasme bedenk ik wat nog meer zo uit mijn hoofd kan vouwen. Een bootje natuurlijk en een klein doosje waar toevallig wat kleine snoepjes in passen. Een hartje lukt me ook nog wel en oh ja, een heuse opblaasbal.
Het heeft kennelijk indruk op hem gemaakt, ook al is het alweer een tijdje geleden.
De afgelopen week kwam hij zomaar weer even binnen wippen en vroeg direct bij de deur al: “Ga jij vouwen?” Het was eigenlijk geen vraag, maar meer een verzoek. Dus ja, het mapje met de gekleurde papiertjes uit de kast kwam weer tevoorschijn. Als het aan hem lag hoefden het alleen maar de blauwe blaadjes te zijn. Wat heeft hij toch met blauw?
Afijn, na zijn bezoekje lag mijn tafel bezaaid met snippertjes papier, halve slingers, uitgeknipte poppetjes en… het opblaasballetje.
Ineens moest ik met een beetje weemoed terugdenken aan oom Ed.
Oom Ed was de broer van mijn vader, zo was aan ons (mijn zusje en mij) verteld toen we nog klein waren. Feitelijk was dat onjuist.
Pas toen wij wat ouder waren werd ons uitgelegd, dat onze vader als kind door zijn biologische ouders is afgestaan. Een neef met dezelfde achternaam heeft hem geadopteerd. Lange tijd wisten mijn zusje en ik niet beter dan dat opa Groenewout écht onze opa was. Hij was de vader van onze vader, dachten wij en hebben altijd als zodanig beschouwd. Zoals ik al zei, in werkelijkheid zat dat dus écht anders in elkaar. Opa was overigens wél de vader van oom Ed.
Is het te volgen? Vrees niet, ingewikkelder ga ik het niet maken. 😉
Soms vind ik het wel jammer dat ik weinig tot niets weet over mijn vaders verleden. Ik bedoel, over zijn jeugd en hoe dat dan zat met zijn biologische ouders. Hij heeft er zelf nooit iets over verteld en via mijn moeder hoorde ik niet meer dan dat ik nu weet. In vroegere jaren werd over bepaalde dingen niet verder uitgeweid of over gesproken. Het was zoals het was. Punt.
En toch vraag ik me nu weleens af of mijn zusje en ik misschien iets hebben ‘geërfd’ van onze echte opa en oma van vaders kant. Talenten bedoel ik, als in: waren ze muzikaal, of kunstzinnig..of…? Eigenschappen, familietrekjes, ik noem maar iets…. Zou kunnen toch? Wie weet komt mijn crea-bea kant daar wel vandaan -hoe kom ik er anders aan?
Maar goed, oom Ed dus. Ik weet zeker dat een aantal van onze vrienden/vriendinnen (van mij en van mijn zusje) hem zich nog wel herinneren. Per slot van rekening logeerde hij tijdens onze jeugd- en tienerjaren in de weekenden meestal bij ons thuis. Ook in de vakanties was hij er, dan trokken we er met ons allen op uit, vaak ook met broers van mijn moeder er nog bij. Veel mooie herinneringen heb ik nog uit die gezellige tijd samen met familie.
Oom Ed leerde mij trucjes met kaarten of we vermaakten ons met een stuk draad dat aan de uiteinden aan elkaar geknoopt was. Zoiets als dit:
Herkenbaar toch?
Later gingen we experimenteren in de keuken: nieuwe receptjes uitvinden en bakken maar! (ooooh….heb ik het dáár van??) En zo zaten we dus ook aan de eettafel papiertjes te vouwen. Het woord origami was mij toen overigens nog totaal onbekend. Iedere keer opnieuw als oom Ed dan weer zo’n opblaasballetje voor mij had gevouwen, was ik gefascineerd. Dat wilde ik zelf ook kunnen. Met een berg geduld en een evenzo grote berg propjes mislukt gevouwen papiertjes, heeft hij het mij uiteindelijk weten te leren. Het duurde even voordat ik het onder de knie had, maar daarna ben ik het niet meer vergeten. Alhoewel… ik moest wel even graven in mijn geheugen en dan is het eerste exemplaar net als een eerste pannenkoek: een tikkie verfomfaaid en net niet helemaal gelukt.
Met het vouwen komt het daarna wel weer goed. Met de pannenkoeken niet echt…
Grappig hoe dat dan werkt. Door een klein vouwblaadje komt een oom, die er al een aantal jaren niet meer is, zomaar weer even in mijn gedachten bovendrijven.
In Memoriam!
En voor wie het ook wil proberen:
(op een komende winterse-buien(binnenblijf)-dag misschien?)
Ontdek meer van bonblog
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Wat heerlijk, Betje,
Dit verhaal om mijn dag mee te beginnen.
Zo knus nu de wind buiten begint aan te trekken en winterweer eraaan komt!
Liefs,
Aagje
aaaaah, die oom ed.
wat leuk om terug in de tijd te gaan.
maar dat vouwen is niks voor mij hoor,
petje af voor al die kraanvogels van jou