Nog één keer

Nog één keer

11 juli 2024 5 Door Bonnie

Eindelijk, daar zit ik dan. In een ruimte omgeven door glas met brede matglazen stroken in het midden tegen de inkijk. Ik spreid zorgvuldig alle pagina’s met mijn notities voor mij uit op de grote conferentietafel. Vanuit mijn linkerooghoek zie ik het vertrouwde blauwe colbert jasje van Don, mijn anker. Hij zit letterlijk aan mijn zijde en laat vooral het woord aan mij. Ik knik beleefd naar de personen tegenover mij aan de tafel, schraap mijn keel en begin aan, wat voor mij voelt als, mijn slotpleidooi.

Dagen van te voren ben ik bezig geweest om voor mezelf alles nog één keer op een rij te zetten. De map waarin ik al mijn losse aantekeningen bewaar met betrekking tot het zomerleed van vorig jaar in het Erasmus MC, komt tevoorschijn. Ik orden alles op chronologische volgorde. Hier schrijf ik iets bij, daar streep ik iets weg. Feitelijk. Ik moet bij de feiten blijven, maar tegelijk moet ik ook verwoorden wat het allemaal voor mij heeft betekend. 

Dat ontaardt in een complete herbeleving. Werkelijk bij alle notities die ik herlees, doemen ziekenhuis beelden op alsof het gisteren was. Mijn ritten naar de Spoedeisende Hulp, mijn operaties, mijn opnames…Het Leed.
Tijd heelt, zeggen ze. Ja, mijn wonden wel. De littekens blijven, evenals de herinnering aan alle pijn, verdriet door onmacht en het niet gehoord te zijn geweest. Ondanks alle frustraties heb ik daar aardig mijn weg in weten te vinden. Desalniettemin helpt het om nog één keer mijn verhaal te mogen vertellen. Alleen zo kan ik afsluiten.

Ook voor Don waren de afgelopen dagen een herbeleving, alleen anders. Hij heeft immers een ander standpunt. Hij was al die tijd die toeschouwer die machteloos aan de zijlijn stond. Hij die mij meerdere keren moest achterlaten in het ziekenhuisbed en zich thuis vertwijfeld afvroeg: Hoe nu verder? Wat gaan ze daar met haar doen? Zal het wel goed komen?
Heus, ik onderschat de mantelzorgers en de naasten beslist niet! Misschien hebben zij het zelfs wel ‘zwaarder’, de patiënt kan immers om een pilletje vragen….zij niet. Bij wijze van spreken dan hè.

Ik begin met schrijven van een soort introductie hoe alles is begonnen. Een “kleine ingreep” en vervolgens hoe ik van de ene in de andere operatie en opnames rol. Dan maak ik een lijstje met een opsomming van alle gebeurtenissen en situaties waar het mis is gegaan. Ik ben aardig op dreef en eindig uiteindelijk met vijf A-4 kantjes.

Gisteren aan het eind van de middag was het zover. Don en ik zaten aan de ene kant van de grote conferentie tafel. Mijn chirurg, het hoofd van de verpleegafdeling waar ik opgenomen ben geweest en de klachtenfunctionaris zaten aan de andere kant.

Na een kort welkomstwoord en het startsein ben ik zowat anderhalf uur aan het woord geweest. Er werd aandachtig geluisterd. De reacties waren nu eens met verbijstering en geschrokken, dan weer aangeslagen en met plaatsvervangend schaamtegevoel. Er werd alle begrip getoond. Er werden meermaals oprechte excuses aangeboden. Ik werd vooral bedankt voor mijn relaas, sterker nog: er werd om mijn verhaal op papier gevraagd en dat kon ik direct overhandigen. Nu krijgt het, weliswaar anoniem, een vervolg als leertraject met punt(en) van aandacht.

Heel even kwam ook het woord letselschade ter sprake. Ik zei dat ik daarbij meer dacht aan een amputatie van het verkeerde been of iets dergelijks. Onmiddellijk werd dat van tafel geveegd. Unaniem werd gesteld dat emotionele schade ook letselschade is en minstens zo erg. Prompt kreeg ik alle hulp hiervoor aangeboden wanneer ik dat maar wil. Ik heb hiervoor vriendelijk bedankt en hou het in gedachten voor ‘je weet maar nooit ooit’.

Stel -wij hopen van harte voor u van niet- maar stel dat u een volgende keer nog eens opgenomen zou moeten worden, durft u dat dan nog op dezelfde afdeling?  
“Ja,” antwoordde ik en voegde daar met een knipoog aan toe: “of gaan voortaan alarmbellen rinkelen als mijn naam in het rood op jullie computersystemen verschijnt?”

We hebben het gesprek goed afgerond en in ieder geval naar mijn tevredenheid.
Ik heb mijn doel bereikt. Ik heb mijn punt kunnen maken. Voor mij is het nu goed zo. 
Hè hè, ik kan eindelijk afsluiten!

Moe van alle voorbereidingen, de herbelevingen en het uiteindelijke gesprek zelf (jeetje, wat vreet dat een energie zeg!) zaten Don en ik aan het begin van de avond weer in de metro op weg naar huis. Vlak voordat we bij onze uitstaphalte aankwamen, stelde Don voor: “Zullen we anders blijven zitten? Rijden we door naar Hoek van Holland, gaan we daar een hapje eten om het écht af te sluiten…”
Nou, dat is geheel niet tegen dovemansoren gezegd natuurlijk!

Een kwartier later zaten we bij ons favoriete strandpaviljoen met een drankje te wachten op onze maaltijd. Onze -vermoeide- snoeten lavend in de laatste stralen van de zon, voordat die in de zee zonk.

Klaar! Dat was het… voor die ene laatste keer…
Het oude boek kan dicht. De eerste blanco pagina van het nieuwe kan worden beschreven. Kom maar op!

Uiteraard wél met mijn nieuwe vulpen…het verjaardagscadeautje dat ik van Don kreeg 🙂