Op herhaling
‘Je hoofdpersoon wordt midden in de nacht wakker. Onrust, gedachten, geluiden, herinneringen. De reden van het ontwaken.’
Zo samengevat luidt de schrijfopdracht precies hetzelfde als die van juni vorig jaar. Niet dat ik dat erg vind hoor. Het enige wat ik me afvraag is: Hoe verzin ik iets wat totaal niet lijkt op wat ik vorig jaar heb geschreven?
Uit de aankondiging op de website van de bibliotheek kan ik niet goed opmaken of het om dezelfde workshop als vorig jaar gaat, of een vervolg hierop. Ik heb mij hoe dan ook een paar weken geleden al aangemeld en ontving deze week de schrijfopdracht.
Mijn geschreven opdracht van vorig jaar is overigens terug te vinden op deze site. Voor wie het nog eens wil herlezen, is hier de link naar betreffende blog: “Carbo”
Tsja en wat ga ik nu eens verzinnen? Wil ik eigenlijk wel iets verzinnen? Wat nou als ik dit keer iets schrijf dat op waar gebeurd is gebaseerd. Wat zou dan spannend genoeg zijn om als opdracht in te sturen? Ik denk dat van alle verhalen of gebeurtenissen wel iets spannends gemaakt kan worden. ‘t Ligt er maar net aan hoe je iets opschrijft. Oké en misschien toch ook wel over hoeveel fantasie je beschikt.
Mijn deadline is zaterdag om middernacht, dus ik heb nog wel even de tijd. Meestal begin ik een paar uur tevoren pas als een razende te rammelen op mijn toetsenbord (áls me al iets te binnen schiet). Pfff…altijd op de valreep, maar nu even niet!
Vandaag combineer ik het met het schrijven van mijn blog, twee vliegen in één klap. Ik zit er toch al lekker voor. Moet ik alleen nog wel ‘even’ een gebeurtenis uit mijn geheugen oprakelen, bij voorkeur iets spannends. Onwillekeurig denk ik -heel eventjes maar- aan mijn horror-ziekenhuis-zomerbelevingen van vorig jaar. Nee, die sla ik beslist over, daar heb ik al genoeg over geschreven.
O maar wacht….ik weet nog wel een verhaal uit een ander ziekenhuis. Tsja, dat krijg je hè, als je zo vaak van dat soort logeerpartijtjes hebt gehad. Een paar jaar geleden heb ik een soort trilogie-blog geschreven. Ik ga het nu niet opzoeken hoor, maar ik weet dat het “Jaws” heet. Hoe dan ook, het verhaal was lang, lang, errug lang….. en dat ga ik nu dus terugbrengen naar 500 woorden. Uitdaginkje!
Gelukt, klaar!
En ja, ook al ingestuurd ter beoordeling.
Huppekee direct een klap op de knop ‘Send’ gegeven, want anders blijf ik er constant aan mieren. Dus: Mission accomplished! De deadline heb ik voor de afwisseling eens een keer ruim op tijd gehaald.
Nu ga ik de tekst alleen nog hieronder kopiëren en Tadaaa…mijn blog voor vandaag is ook klaar, al realiseer ik me goed, dat het voor mijn trouwe lezers verhaaltjes ‘op herhaling’ zijn.
Mag wel een keertje toch?
De vier woorden van de titel reken ik niet mee, maar daarna zijn het exact 500 woorden.
Aan de kaak gesteld
Met een schok word ik wakker. Als ik mijn ogen open, zie ik niets. Het is pikkedonker. Ik hoor geluiden die ik niet kan plaatsen. Mijn hoofd doet zeer, mijn keel voelt rauw. Angstig wil ik roepen “Help! Waar ben ik?” maar dat lukt me niet. Iets blokkeert mijn stemgeluid. Er zit iets akeligs in mijn keel. Ik kan niet slikken. Wat zit daar toch? Ik raak in paniek en wil mijn armen opheffen om mijn handen naar mijn pijnlijke hoofd te brengen. Een wirwar van draden belemmert mijn beweging, dat veroorzaakt luid gepiep naast mijn bed. Wat gebeurt hier toch allemaal?
Dan herinner ik me het weer. Wat hebben ze gedaan? Nee….het zal toch niet?! Alsjeblieft niet! Nerveus met een ongerust bonkend hart raak ik mijn heup aan….
Die middag daarvoor:
Vandaag gaat het eindelijk gebeuren. Mijn operatie is een feit.
Ik kamp met een zogenaamde ‘onderbeet’, mijn onderkaak steekt veel verder vooruit dan mijn bovenkaak. Dat geeft a) problemen met eten en b) ruimtegebrek, nu mijn verstandskiezen doorkomen. Mijn kaakchirurg gaat dat verhelpen. Kwestie van de onderkaak-scharnieren bij de oren losmaken, een centimeter aan weerszijden afzagen en de kaak weer netjes terughangen, zoiets dergelijks. Ik heb het vol verbazing aangehoord.
“Ach mevrouw, we kunnen tegenwoordig zoveel! Wist u trouwens dat andersom vaker voorkomt? Te weinig kaakbot, bedoel ik. Dat kunnen we oplossen met een dubbele operatie. Dan nemen we eerst een stukje bot uit de heup en gebruiken dat om het kaakbot te verhogen of verlengen.”
Knap hoor, maar brrrr… ik wilde er eigenlijk niet al te veel over nadenken.
Nu is het zover. Gespannen lig ik te wachten op mijn ziekenhuisbed. De verpleegkundige kondigt aan, dat ik zo naar de operatiekamer word gebracht. Eerst dient zij mij iets kalmerends toe via het infuus in mijn hand. “Dat helpt u alvast een beetje te ontspannen”, zegt ze bemoedigend. Het blijkt een snelwerkend goedje. Het voelt al gauw alsof ik op een wolk boven mijn bed zweef, lekker licht en luchtig. En oh…kijk al die kleuren in mijn kamer eens, prachtig! Ik word er helemaal vrolijk van.
Dan word ik opgehaald. Mijn bed wordt door de lange witte gangen van het ziekenhuis gereden. Ik heb het koud en wil dat zeggen, maar mijn tong lijkt een lap leer. “Zzzisss frizzjess hier”, sis ik lacherig.
Als ik even later op de operatietafel lig, worden slangetjes en draadjes aan mijn lijf bevestigd. “Piep-piep, piep-piep,” klinkt mijn hartslag uit een apparaat naast mij.
“Straks brengen we ook een tube in, daar wordt u door beademd tijdens de operatie.”
‘t Zal wel, ik voel mij steeds suffer worden.
In de verte hoor ik de stem van de chirurg: “Zijn we er klaar voor? Is mevrouw haar heup al geschoren?”
Wat?! Heup? Geschoren?
Ik ben te suf om te reageren, te suf om me te herinneren hoe het ook alweer zat met kaakbot te veel, of te weinig, of….
Zeg, gaat dit wel helemaal goed?
Dan zak ik weg in een diepe slaap.
Ontdek meer van bonblog
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ge-wel-dig Betje
🤞🏻op meerdere fronten … 😂
Liefs Aagje
een verhaal uit een heel ver verleden Bo.
en spannend was dit zeker wel !!!!!
wat heb jij eigenlijk allemaal “beleefd”, in ziekenhuizen, niet normaal.
maar die strippenkaart is nu wel een keer vol hoor.
dat heb ik trouwens al veel vaker gezegd, maar helaas.
ik hoop dat het nu toch wel een keer klaar is, dan kunnen we eindelijk die rijnreis maken, als ouwe besjes, haha
liefs, muis