Op één lijn
Er hoeft niet altijd een familie- of bloedband te zijn om je met iemand verbonden te voelen, noch hoeft daar eerst een jarenlange vriendschap voor te zijn. In mijn geval bijvoorbeeld 54 jaar met mijn (ooit school)vriendin en 38 jaar met een vriendenstel. Het is logisch dat daar sprake is van een hechte band, maar daar doel ik niet op.
Wat ik wil zeggen is, dat je soms iemand ontmoet met wie je ‘een klik’ hebt en waar gaandeweg een band ontstaat. Je wisselt van gedachten, je deelt, voelt elkaar aan: gelijkgestemdheid. Je zit op één lijn, hoewel dat niet altijd hoeft.
Kennen we niet allemaal zo iemand -of misschien zelfs meerdere personen?
Als ik weer eens in een creatieve bui ben, zal ik mijn naam eens in het midden van een A4 papier zetten met daarom heen de namen van personen die ik ken. Misschien staat de een wat verder van me af en de ander wat dichterbij. Ik zou verbindingslijntjes zetten van mezelf naar de ander met verschillende kleurtjes. Zo kan een lange fel gekleurde lijn ineens net zo duidelijk aanwezig zijn als een kort lijntje dat daardoor ogenschijnlijk “na aan het hart” ligt.
Het zou een vrolijk gekleurde wirwar van lijnen worden. Een netwerk als kunstwerk met op iedere verbindingslijn een eigen verhaal. Ik zou dat er met kleine lettertjes op schrijven: de ontmoeting, dat wat ons verbindt en waarom.
Hmm…. zo’n A4 lijkt me nu al te krap, waarschijnlijk komt formaat A3 meer in de richting.
Op dit moment zou ik één lijn van mijn -nu nog denkbeeldig- kleurig web er beslist bovenuit laten springen. Ik zou het opvallend accentueren met een felle markeerstift, zo’n fluor ding zodat het in het donker ook nog zichtbaar is. Die lijn bevindt zich ergens op het papier tussen mij en “O”. Laat ik hem zo maar noemen, want “Mr. X” ligt zo voor de hand en is zo passé.
Ons letterlijk onzichtbaar verbindingslijntje is ontstaan in 2016. Onzichtbaar, omdat we elkaar zelden zagen. Toch wisten we van elkaars situatie. We werden ‘via-via’ over elkaar geïnformeerd met name in dat jaar. Het jaar dat de wereld voor ons beiden even stil viel.
Bij “O” letterlijk doordat zijn hart het begaf. Hij kwam er bovenop, maar een harttransplantatie bleek noodzakelijk en voor hem van levensbelang. Een lange periode van wachten op een donorhart ging van start met alle tussentijdse gevolgen en complicaties van dien. Een lijdensweg met vallen en opstaan. Slopend en beslist niet zonder slag of stoot.
Bij mij was het door de diagnose kanker en het ondergaan van mijn eerste operatie: de aanleg van een stoma ter voorbereiding op het chemoradiatie behandeltraject en alle ingrepen die daarna nog zouden volgen. Ook niet bepaald zonder slag of stoot -alleen had ik daar toen nog geen idee van.
Zoals ik al zei: we hoorden via via over elkaar en waren op afstand op de hoogte van onze wederzijdse ups en downs. De ziekenhuisopnames, de operaties, het herstellen, het wachten op een vervolg…. Jaar in, jaar uit.
Een enkele keer, als we er genoeg energie voor hadden, ontmoetten we elkaar bij een wederzijdse familiebijeenkomst. Dan spraken we elkaar ‘live’ en begrepen we het verhaal van de ander. Vooral omdat we onze eigen belevingen en ervaringen herkenden. Best vreemd eigenlijk, aangezien onze medische problemen van een totaal andere aard zijn en niet met elkaar te vergelijken.
En tóch… Toch is er op de een of andere manier altijd een soort van ‘verbindende factor’ geweest. Een half woord was al voldoende om een beeld te kunnen vormen van wat de ander bedoelde.
Aan het begin van dit jaar leek het er voor mij op, dat ik een lang medisch traject vol hobbels en bobbels kon afsluiten. Ik vond mijn weg in het accepteren van een nieuwe manier van leven. Wat gunde ik dat “O” ook na al zijn onzekere jaren met de nodige tegenslagen en teleurstellingen, wat moet dat zwaar zijn geweest…
…Tot eindelijk in september een verlossend bericht op mijn telefoon verscheen: “Er is een donorhart beschikbaar!”
Het is haast onmogelijk om daar als buitenstaander vanaf de zijlijn iets over te schrijven. Ik kan slechts gissen wat voor impact zoiets heeft op een partner, een gezin, familieleden, dierbare naasten en niet in de laatste plaats voor de patiënt zelf.
Aan mijn kant van het fluorlijntje naar “O”, volg ik de spannende weken na zijn harttransplantatie tijdens zijn verblijf in het Erasms MC.
Via-via en op gepaste afstand.
Kijk, daar zat ik: afgelopen vrijdag in de grote entreehal van het Erasmus MC, voorbereid op een lange ochtend. Zoals ik in mijn vorige blog al schreef en vermoedde: langdurig wachten geblazen. Ik had mij erop ingesteld met het idee dat het dan alleen maar kon meevallen als ik eerder geholpen werd.
‘s Morgens voor 08:00 uur zijn Don en ik van huis vertrokken. Even voor half twaalf werd ik door de radioloog opgehaald voor de CT scan. De tijd daartussen brachten we in verschillende wachtruimtes door.
Mijn gedachten waren onwillekeurig bij “O”, die ergens -een paar verdiepingen hoger- op een speciale hartbewakingsafdeling lag. Ik kocht een kaartje in een van de winkeltjes in de hal en besloot om die stiekem, heel snel even met de lift op-en-neer, naar de betreffende afdeling te brengen. Vlak voor de ingang liep toevallig een personeelslid die zo vriendelijk was om mijn kaartje mee naar binnen te nemen. Geregeld!
Na mijn CT scan was ik onderhand wel toe aan koffie met iets te knagen. Al die tijd moest ik immers nuchter zijn. Beneden in het restaurant appte ik over en weer met O’s vrouw. Zij bezoekt hem dagelijks en was nu ook onderweg. We besloten op haar te wachten en werden verrast met goed nieuws.
“O’ bleek losgekoppeld te zijn van alle ‘machines’ en was overgebracht naar een eigen kamer op de afdeling. Wij mochten naar hem toe. Even sloeg de twijfel toe, deden we daar wel goed aan? Zo kwetsbaar als hij was, zou het niet te veel zijn? Te vermoeiend? Aan de andere kant wilde ik hem wel graag zien. Héél even dan…
Het was raar om nu eens als ‘bezoeker’ door de voor mij welbekende gangen richting de herkenbare eenpersoonskamers te lopen. Zelfs het uitzicht was hetzelfde, alleen was alles een paar etages hoger dan waar ik altijd lag.
Onze ontmoeting was emotioneel. Die eerste blik…. die omvatte alles. Alsof beelden van jarenlang wachten als een versnelde film voorbij raasde. De onmacht, het verdriet, de boosheid, de frustratie, de strijd, de acceptatie…het wachten -het alsmaar wachten…
En dan eindelijk: een wonder!
Een herkansing!
Opnieuw je eigen leven weer mogen uitvinden.
Wat ben ik ontzettend blij voor “O”! En tegelijkertijd ook voor degenen die hem na aan het hart staan, de zogenaamde korte felrood gekleurde verbindingslijntjes op zijn vel A4 papier.
Het was een mooi moment. Heel bijzonder, heel speciaal. Het had weinig woorden nodig.
Een moment om nooit meer te vergeten.
Een van de weinige momenten in het EMC met een gouden randje -als je het mij zou vragen…
Mijn CT scan is overigens goed gegaan. De uitslag krijg ik volgende week pas.
No worries! 😉
Ontdek meer van bonblog
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
💗 Betje
Liefs Aagje