Zuurkool en krullen

Zuurkool en krullen

6 februari 2025 2 Door Bonnie

Ik doe het vandaag eens andersom.

Na het wakker worden en opstaan, begin ik eerst met koken en ga dan verder met mijn gebruikelijke donderdagdingen. Nou ja, koken is een groot woord. Het is meer de ‘voorbereiding van’ en dat neemt nog minder dan het halve werk in beslag.

Wat is er nou makkelijker dan na de koffiebijeenkomst bij ons beneden in de gezamenlijke ontmoetingsruimte te roepen: “Wat zal ik eens eten?” De recepten worden je dan zomaar in de schoot geworpen. Eén van mijn buurvrouwen appte mij onmiddellijk een recept van een zuurkoolstamppot uit de slowcooker. Zij had die van haar dochter en die op haar beurt weer van een kookwinkel. Een letterlijk beproefd recept dus.

Wat een idee, de slowcooker! Daar had ik zelf zo gauw niet aan gedacht, terwijl het ding prominent op een van mijn vier aanrechten staat te glimmen. In de meeste gevallen verdwijnt er een lap vlees in, dat ik negen uur later tot draadjes slow-gesudderd op de bodem terug vind. Erwtensoep heb ik er ook weleens in gemaakt, maar daar vind ik het weer vandaag niet snert genoeg voor. Zuurkool kan wel. Ik heb het alleen nog nooit in de slowcooker gemaakt, dus dat wordt een kleine uitdaging.

Ik lees het recept door en mijn eerste gedachte is: “Oh, maar dát is eenvoudig.” Toch vraag ik me tegelijkertijd ook af: Zijn dat niet alle recepten als je ze alleen maar leest?  Ik trap er altijd in. Het lijkt altijd zo makkelijk: gewoon doen wat er staat. Waarom krijg ik het dan toch voor elkaar, dat er dan ergens iets ‘anders’ gaat? “It’s a gift”, zou Don antwoorden als hij thuis zou zijn.

Oké, met dit recept kan het eigenlijk niet misgaan (en als wel…dan ligt het aan die slowcooker!) Ik doe wat er staat. Ik fruit de uitjes, bak spekjes uit, schil een appel en chop die tot blokjes, zelfde met de aardappels. Hoppakee alles de slowcooker in, zuurkool erbij uiteraard. Kruiden, een beetje bouillon, goed doorelkaar husselen…rookworst erbovenop. Deksel op de pan en gáán.

Ik twijfel nog even over die rookworst. Die ligt daar toch maar mooi acht uur lang te zweten. Zou die er daarna nog een beetje appetijtelijk uitzien? Een visioen van mijn ooit ontplofte knakworstjes verschijnt op mijn netvlies. ‘t Was meer knapworst eigenlijk. Ik meen dat ik destijds was vergeten om het vuur van het gasstel wat lager te zetten…

Best een knap staaltje worst toch?

En nee, ik ga me geen zorgen meer maken om het eindresultaat van vanavond. Het gaat immers slow. What could possibly go wrong? Kom op, een beetje vertrouwen!

Terwijl ik zit te bloggen drijft er af en toe een snufje zuurkoolstamppot-in-de-maak voorbij. Lekker. Gezellig ook. Het heeft iets knus, vind ik. Zo ook de geur van draadjesvlees-in-de-maak op een koude winterse dag en dat je dan de deur niet per se uit hoeft. Zoiets dergelijks geldt voor vandaag, ik hoef niet echt de deur uit. Dat is misschien maar goed ook, want het enige dat er toevallig wél ontploft uitziet, dat is mijn coupe van vandaag.

Ik heb net mijn haren gewassen en die laat ik bij voorkeur aan de lucht drogen. Een heel enkele keer als ik haast heb, dan wil ik de föhn er nog weleens op los laten blazen. In beide gevallen moet ik er daarna wel ‘iets’ mee doen. Mijn grijze haren zijn namelijk net kattenharen, net zo stug en bovendien leiden ze een eigen(wijs) leven. Ik moet ze bij wijze van spreken temmen, wil ik niet al te veel lijken op een of andere druïde uit het tijdperk van Astrix en Obelix, of Perkamentus uit Harry Potter, of Gandalf uit LOTR, ik noem maar iets.

Dat temmen doe ik zodra mijn haren droog zijn. De dagen daarna gebruik ik geen styling apparaat meer tot na de volgende wasbeurt. Meestal blijft de slag er wel zo lang in, zeker als ik het ’s nachts om een zijden sjaaltje wikkel en bovenop mijn hoofd vastzet. Soms zit het daar ’s morgens nog, maar het komt ook voor dat ik het sjaaltje op een totaal andere plek vanonder mijn dekbed tevoorschijn vis.

Ik heb het wel vaker geschreven: mijn hele leven wilde ik al krullen. Zul je altijd zien dat je dan precies bedeeld wordt met supersteil, stug aziatisch haar. Zo recht toe recht aan als je het maar kan bedenken. In de jaren zeventig, tachtig en begin negentig wilde (‘moest’) ik daar altijd een permanentje in. En ineens ging de schaar erin, liet ik mijn haren kortwieken en liet ik het bovendien gewoon zo steil vallen als het was. O ja, maar dan wél met knalrode plukken erin. Rood als in brandweerauto-rood.

Sinds een jaar of vijftien zijn mijn haren zo ongeveer een halve meter. Soms iets langer, soms iets korter.  Ik heb me daarbij nooit iets aangetrokken van de stelling: “Lange losse haren bij vrouwen van boven de vijftig zijn not done!” En toen na mijn chemo-radiatie behandelingen ook nog eens bleek dat de oorsprong van mijn donkerbruine haarkleur ineens grijs was -tot op het witte af, trok ik me daar niets van aan. Ik vond het wel best en liet het gebeuren. Zelfs toen ik een lange periode rondliep met een uitgroei van hier tot Tokio. Sommigen dachten dat ik het expres zo had laten verven. Ook dat vond ik wel best. 

Het betekent niet dat ik van mijn krullenwens af ben. Of nou, het gaat nu niet meer zo zeer om echte krullen, maar meer om ‘slag’. En die slag creëer ik met mijn nep Föhn-, Borstel-, Krul-combinatie. Nep omdat het een kopie is van het exemplaar van de bekende fabrikant die onder andere ook bekend staat om zijn stofzuigers en die zogenaamde Hot+Cool Purifiers. Ik schrok me te pletter van alle prijskaartjes.
Vandaar dat ik genoegen neem met een neppie, waar ik ongeveer een tiende van het bedrag van het originele merk neertelde. Daarbij neem ik dan automatisch ook genoegen met een B-versie krullen cq. slag.

Nu ik hier zo met mijn klamme haren zit, denk ik ineens dat het zomaar zou kunnen dat de geur van zuurkoolstamppot erin trekt. Hm….is dat handig?
Onwillekeurig doet dat me denken aan mijn zusje, met name aan de periode toen we nog thuis woonden. Zaterdagavond was het stap-avond voor ons. Ik trok er met mijn vrienden op uit met de auto en zij met de hare achterop de bromfiets.
Het kwam meer dan eens voor dat zij dan vlak te voren haar haren had gewassen en dat onze moeder doodleuk in de keuken kroepoek stond te bakken. Lekker voor later op de avond als snackje bij de TV, of als de meiden weer thuis kwamen en trek hadden.
Dat bakken vond zuslief nooit grappig, om niet te zeggen: daar báálde zij van! 
Meer dan eens kwam ze dan ook van boven uit de badkamer naar beneden met -zeer demonstratief- haar grote zwarte integraalhelm op. Zo hoopte ze te voorkomen dat haar haren in de disco nog naar kroepoek roken.
Hilarisch! Ik zie haar zo nog voor me. Hi hi hi… Darth Vader goes disco!

Misschien had ik nu ook beter iets op mijn hoofd kunnen zetten. Heb ik ergens een muts liggen of zo? Ach welnee, laat maar. Ik knijp zo wel even een dot styling mousse door mijn haar, dan ruikt het weer naar abrikoos.
Voordat ik dat ga doen, gluur ik nog even door de glazen deksel van mijn slowcooker.

Tussen de druppels condens aan de binnenkant van het deksel door zie ik dat mijn Gelderse worst nog in tact ligt te deinen op het bedje van zuurkool. Gelukkig (nog) niet ontploft.
Het ruikt in ieder geval interessant, maar over de smaak kan ik nu nog niets zeggen… 😉
Laat ik voor alle duidelijkheid even toelichten: ik bedoel niets negatiefs met ‘interessant’.
Ooit vroeg namelijk iemand tijdens het eten aan mij: “En? Hoe vind je de bloemkool?” Ik wist dat die met alle liefde -en op een geheel eigen wijze- voor mij was bereid. “Apart,” had ik naar alle eerlijkheid geantwoord.
Prompt kreeg ik zo ongeveer de wind van voren. “Apart?! Apart?! Hoezo apart?? Zeg dan meteen dat je het niet lekker vindt!”
Nu zou het ook aan mijn non verbale, doch alleszeggende, gezichtsuitdrukking bij het nemen van de eerste hap gelegen kunnen hebben dat ik door de mand viel….
Tegenwoordig ben ik daar wat subtieler in. 

Anyhow… of het zuurkoolstamppotje vanavond voor Don en mij ‘Apart’ blijkt, of niet, is voor jullie de vraag en voor ons een weet.. 😉

Eet ze!
(Hint hint….andere slowcook-recepten zijn welkom 😉 )


Ontdek meer van bonblog

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.