Koken of niet?
Ben ik nou echt de enige die op de eettafel een stapeltje papieren heeft liggen ‘waar nog iets mee moet’?
“Kijk ik morgen wel even naar”, zeg ik vol overtuiging tegen mezelf, maar ‘morgen’ is een zeer rekbaar begrip. Met als gevolg, het krantenknipseltje dat ik er vanmorgen tussenuit viste, kan linea recta de prullenbak in. Jammer: deadline verstreken.
Het knipsel ging over de jaarlijkse oproep van het Nieuwsblad Maassluis. Je kon weer een kerstgedachte in sturen voor de kerstbijlage. Een gedicht, een kerstverhaal of persoonlijke ervaring waar de kerstgedachte tot uiting komt.
“Tijd zat”, dacht ik nog, maar de tijd heeft mij ingehaald. Alwéér…
Dus nee, dit jaar geen kerstverhaaltje van mij. Er schoot me nog wel te binnen dat Aagje in onze Schrijfdames-groepsapp een tijdje geleden een een berichtje postte met daarin een knipsel met een soortgelijke oproep.
Ik moest even scrollen, maar vond het terug. ‘t Is voor een andere krant en het thema is wel Kerst, maar met een iets andere insteek. Oh en ook nog eens met de helft van het aantal woorden minder. Kijk maar:
Hilarisch toch! Maar ook hier: de deadline is verstreken! Schrijven hoeft al niet meer.
Ik heb nog wel nagedacht over welke kerst-mislukking ik dan zou kunnen schrijven. Hmm… misbaksels zat. Niet per se met Kerst, wel het hele jaar rond -zeg maar.
Mijn allereerste Kerst ‘op mezelf’, weg uit het ouderlijk huis, herinner ik me nog wel. We vierden één van de Kerstdagen samen als gezin. Mijn ouders, mijn zusje en ik met onze wederhelften. We zouden ieder een gang van het diner verzorgen. Mijn zusje het voorgerecht, mijn moeder het hoofdgerecht en “Doe jij het nagerecht maar!” werd mij met klem gezegd.
Natuurlijk wilde ik indruk maken en vroeg mijn collega’s om suggesties. Eentje kwam met een dessert dat beslist niet al te ingewikkeld was. Heel simpel, zei ze.
Afijn, daar stond ik dan met Kerst in de keuken te wegen, te mengen en te roeren. Het mengsel schonk ik in mooie glazen, voorzien van een suikerrandje -dat was toen helemaal hot. Nu nog garneren met plakjes banaan en dan de koelkast in voor later.
Zo gezegd, zo gedaan, zo verdwenen. De plakjes banaan zonken namelijk direct naar de bodem. Hè getsie… misschien moest het hele zaakje eerst opstijven?
Lang verhaal kort: na het diner, kwam mijn dessert uit de koelkast en ook bij poging twee zonken de bananenplakjes net zo hard naar de bodem. Wat gek! Nou ja, dan niet, dan maar vloeibaar en zonder garnering.
De anderen aan tafel hadden een eerste hap genomen. Niemand zei iets -uit beleefdheid, denk ik. Pas toen ik zelf een hap nam, riep ik uit: “Neeeeee….. gatjak! Dit is ècht niet te doen! Dit hoeven jullie niet te eten hoor, laat maar staan! Blèèhhh!”
Iedereen was opgelucht….en goddank, er was nog ijs in de vriezer.
Na de Kerst heb ik mijn collegaatje erop aangesproken. “Nou bedankt hoor, jij met je simpele dessert!” Ze keek me verbaasd aan. “Huh? Maar dat is het ook! Heb je het wel lang genoeg gekookt?” Nu keek ik haar stomverbaasd aan “Gekookt?? Hoezo gekookt?”
Aaaarghhhh….. daar was ik de mist in gegaan met het recept… overheen gelezen….
Inmiddels is dit zeker al vijfenveertig jaar geleden. Destijds dacht iedereen waarschijnlijk: “Er is nog hoop…” Dat dacht ik zelf ook. Maar kokkerellen is niet zo ‘mijn ding’. (Ik heb andere talenten 😉 ) Ik doe wel mijn best hoor, maar gek genoeg gaat er altijd wel iets verkeerd.
Het is soms ook verwarrend. Neem nou gado gado saus.
De tijd van zelf maken is voorbij. Mijn moeder deed dat vroeger wel met verse ingrediënten en pinda’s die ze fijnstampte (nee: geen pindakaas!) Later gebruikte ze ook -net als ik- van die kant en klaar “oplos” zakjes, ik heb er meestal wel een paar in mijn voorraad la. Het vervelende is, dat het verschillende merken zijn met een eigen gebruiksaanwijzing. Wist ik veel!
Zo moet bij de inhoud van het ene zakje alleen kokend water en bij het andere zakje moet juist koud water, maar moet je het koken tot de gewenste dikte. Een enkele keer vergis ik me nog wel eens. Als we dan groente-tjes met een dunne saus zitten weg te kanen, doet dat me terugdenken aan mijn kerst-dessert van weleer. Hmm… deze moest dus nog gekookt…
Soms verlang ik nog wel naar de gado gado saus die mijn moeder zelf maakte. Dan aten we volop groente: boontjes, stukjes komkommer, bloemkool- of broccoli roosjes, taugé, reepjes iceberg sla, stukjes hardgekookt ei, partjes gekookte aardappel, blokjes tahu (eerst licht gebakken). Daar de saus overheen en daaroverheen een handje kroepoek -eerst fijnknijpen- en wat gefruite uitjes.
Ik hoor mijn moeder nog zeggen: “Ach, het maakt niet zoveel uit welke groente. Kijk maar. Wat je maar in huis hebt.”
Op dit moment ligt er nog witlof in mijn groentela.
Kan ook, want: “Wat je maar in huis hebt” toch? En met zo’n zakje saus uit mijn la is het zo gemaakt. Even lezen….deze moet gekookt. Komt goed.
Lekker makkelijk. Beetje rijst erbij en ik frutsel wel wat met blokjes kipfilet.
De keuken blijft een avontuur.
Ik ga koken.
Eet ze!
Ontdek meer van bonblog
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.


ja Bo………..
hoe was nou de saus met de witlof? kon dit ook?
witlof met kaas en ham dat kan dan weer niet bij jullie, maar hoe nu?
wordt dit verhaal nog vervolgd?
Ach Betje,
Die deadlines ook, maar éen deadline vergeet jij nooit, je blog oo donderdag. Dan kunnen wij exclusief genieten …
Elke week weer genieten. Smakelijk schrijvrn kun je als de beste… Krijg ik toch ineens trek in gado gado … en het is pas 7.15 uur 😂
Liefs,
Aagje
Naschrift: en je weet: ik heb dan weer talent voor tiepvauten 🤪
Of dubbele zinnen…
Aagje