Later?
Hoeveel blogs heb jij zo onderhand al geschreven? vroeg laatst iemand aan mij.
Gut, daar vraag je zoiets… ik moest daar even over nadenken. Ik tel ze niet en had eigenlijk geen flauw idee. Toen ik in 2016 begon met schrijven, waren het vooral updates. Vaak waren mijn medische behandelingen een aanleiding om te schrijven hoe ik die beleefde en welke invloed het had op mijn dagelijkse leven, omgeving (en vooral niet te vergeten: mijn humeur)
Er zat niet echt een regelmaat in dat schrijven van mij. Het eerste jaar schreef ik ruim zestig berichten, het jaar erop waren dat er slechts ietsje meer dan dertig. Pas in 2019 bracht ik voor mezelf structuur aan, door wekelijks één blog te schrijven en te posten. Dus: reken maar uit…. Nee hoor hoeft niet, WordPress heeft dat netjes bijgehouden:
Ben je nog iets anders van plan met alle blogs die je geschreven hebt? ook die vraag werd aan mij gesteld, dit keer door A.
Wij schrijven allebei, alleen doet A. dat beroepsmatig en ik ‘just-for-fun’. Gekscherend hebben we onszelf voor een schrijf-gelegenheid wel eens omgedoopt tot Aagje (Deken) en Betje (Wolff). De twee roemruchte vrouwen uit de achttiende eeuw, die bekend geworden zijn als onafscheidelijk, geducht schrijversduo. Over hen werd gezegd dat zij genadeloze waarnemers waren, die beschikten over een puntige, trefzekere schrijfstijl. Hun blik was kritisch en zonodig sarcastisch.
Nou, ik weet niet of ik mezelf daar helemaal in kan herkennen. De overeenkomst beperkt zich in mijn geval tot de letter B van onze voornamen Betje en Bonnie. Plus een zekere passie voor schrijven natuurlijk.
Heb je er wel eens over gedacht om iets te publiceren? -de volgende vraag van A.
Huh? Maar dat doe ik nu toch al door het posten van mijn blogs? Of telt dat niet?
Nee, ik bedoel uitgeven. Een boek.
Ik?! Een boek? Hoe dan? Waarover? Wie gaat dat lezen dan? Zo kon ik nog wel tien vragen meer bedenken.
Dan herinner ik me ineens hoe ik in mijn tienerjaren, schrijvend in één van mijn dagboekjes wel eens fantaseerde “Ooit schrijf ik een keer een écht boek. Later…” (ik dacht er nog net niet bij “…als ik groot ben”. Da’s maar goed ook, want sinds de middelbare school tot nu toe, ben ik nog steeds 1.58 meter) Destijds dacht ik nog helemaal niet aan hoe-of-wat, lekker naïef. Tsja en “Later” bleek -en blijkt nog steeds- een zeer rekbaar begrip.
“Joh, wie zit er nou op mijn schrijfsels te wachten….ik ben immers geen bekende Nederlander”, richtte ik mijn geijkte en inmiddels afgezaagde antwoord aan A. Bovendien voegde ik mijn slappe excuus er ook nog aan toe: Ik heb geen tijd om me er serieus in te verdiepen hoor.
Maar toch zet het me toch iedere keer weer aan het denken, zoals op dit moment.
Tweehonderdtachtig blogs, dat is best wel een aardig voorraadje om uit te putten. Toch? Ik zou er losse bundels van kunnen (laten) maken. Misschien zoals A. opperde: Stel bijvoorbeeld eens een favoriete top tien samen. Welke van jouw blogs horen daar ab-so-luut in te staan? Als je daar een bundel van maakt, begin je klein. Smaakt het naar meer? Hup, dan stel je een volgende bundel samen!
Ja, ja!
Hmmmm…, hoor ik mezelf dan hardop denken, die zou dan over familie kunnen gaan, want daar zijn er ook wel een aantal van bij elkaar te verzamelen. Het hele kankertraject, dat is dan weer een apart verhaal. Of ik zou….ja wát eigenlijk?
Ik zou sowieso alles wat ik ooit geschreven heb, moeten herlezen en redigeren. Ik zou een stramien moeten maken waarop ik kan voortborduren. Kaderen. Ik zou er beslist hulp bij nodig hebben en dat alles….zou het héél veel tijd in beslag nemen.
Of ik gooi het over een totaal andere boeg en schrijf een heel nieuw verhaal. Eentje met een kop en een staart, fictief of misschien zelfs -deels- op waarheid gebaseerd. Een kinderboek wellicht? Dat zou werkelijk overal over kunnen gaan, want iets zelf verzinnen geeft een hoop vrijheid. Tegelijkertijd weet ik van mezelf dat ik die vrijheid soms ook als een belemmering kan voelen. Dan lijkt het averechts te werken, weet ik juist niets te verzinnen en schiet ik geen steek op.
Oké, laat maar even bezinken. Eerst mijn blog voor vandaag in elkaar zien te flansen. Hm… die is vandaag niet echt een blog te noemen (of toch?), maar gaat wel over de tweehonderdtachtig stuks die hieraan vooraf gingen. En dan komt weer die ene vraag aan mijn hoofd knagen: Zeg Bo, boek of geen boek?
Zoals ik net al zei: even bezinken. Ik neem er nog maar een fruithapje op… (en nog een…..en nog een….)
Ontdek meer van bonblog
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Mmmmm Betje,
Ik denk dat bezinken verboden is en je een beslissing mag nemen, allesbehalve later maar heel gek: nu..
Dan begin je met het boek dat het dichtst bij je hart of ‘zin in’ ligt. En nee, ook dat mag je niet laten bezinken, die vraag beantwoord je ook weer heel gek: eerste reactie ofwel intuïtie.
Eventueel geroep over gebrek aan discipline om te schrijven, want onontbeerlijk, daar kom je evenmin mee weg, heel gek: namelijk al die blogs, tegenwoordig structureel iedere donderdag.
Na dat eerste boek, schrijf je er gewoon nog éen en nog éen. Doe eens gek: Nog éen….
Liefs Aagje ?
ach ja, laten bezinken. why not?
maar er zijn idd wel veel piepeltjes, die jouw schrijfsels heeeeeel graag lezen, dus ja misschien helpt dit dan weer !!!!
suc6 met denken.
liefs, muis
Aagje!
Hihihi… Als ik jou was zou ik ook tegen mij zeggen: “Nu ophouwen met mauwen!” Dus ja, ik geef toe, je hebt een soort van gelijk. 2022 lijkt me een mooi jaar 😉
Een weloverwogen conclusie ?
Op naar 2022 ?
Liefs Aagje ?