Verhaal uit de kast
Al een tijdje spookt het door mijn hoofd dat ik wel wil doorgaan met bloggen, maar dat het dan niet per se over mijn gezondheid hoeft te gaan. Ook wil ik er een bepaalde regelmaat in laten terugkomen. Los-vaste ideetjes, zoals: als ik dat dan steeds op donderdag doe, dan kan ik er een nieuw label aan vastplakken Bonderdag. Dat wordt dan letterlijk Bon d’r blogdag.
Tsja… en dan ga ik meteen al de mist in, want vandaag is het vrijdag. Maar, ik heb een goed excuus.
Vanmiddag reed ik in de auto en hoorde op de radio over de voorzorgsmaatregelen die ze in Amsterdam aan het treffen zijn voor de Gaypride die daar morgen gehouden wordt. Oh…door al die medische controle afspraken zou zowat van alles langs me heen glippen. In de auto passeerden mijn gedachten de bekende Memory Lane… Ach wat een lol heb ik een aantal jaren terug gehad, toen ik de Gaypride nog bezocht. En meteen schoot me ook te binnen dat ik er ooit een verhaaltje over heb geschreven. Nou ja, niet per se over de dag zelf maar meer over de aanleiding die het gegeven had.
Klinkt misschien een beetje vaag. Wordt vast duidelijk als ik het verhaal gewoon hier onder plaats.
Echte mannen
Aanstaande zaterdag is het weer zover, dan ga ik met een van mijn beste vrienden naar de Gaypride in Amsterdam. Ieder jaar denk ik dat het de laatste keer is geweest, want “nu heb ik het hier wel gezien hoor!” zeggen we dan tegen elkaar. Inmiddels is geen act meer te gek, niets wat er op de voorbijvarende bootjes gebeurt is mij vreemd -ik kijk nergens meer van op. Als bezoeker dos me al lang niet meer zo uitbundig uit zoals ik dat ‘vroeger’ deed. Met name dat laatste gaf nog al eens verwarring: ooit meende een enthousiast luidruchtig Carlo Boszhard-meets-Paul de Leeuw-persoon mij na grondig bestuderen te moeten complimenteren met de kirrende woorden “Mei-ei-eid! Te gek, jij bent goed gelukt!” Wat moest ik daar nou mee? Dacht hij misschien dat ik een Gelegenheids Bonnie ♀was, maar in werkelijkheid en dagelijks leven een Macho Bennie ♂?Zoiets dergelijks? Hoe dan ook… ’t is toch altijd weer de sfeer he…dat doet ’t hem. Zaterdag dus toch maar weer mannen en make up bewonderen!
Dat brengt mij terug bij zo’n slordige twintig jaar geleden, toen had je alleen maar echte mannen. De meeste andere variaties trof je voornamelijk veilig ergens in een of andere kast. Het was begin negentiger jaren. In de vrije tijd na mijn werk, volgde ik een avondopleiding voor visagiste. Ik had bedacht dat dat wel handig was, in combinatie met een fotograferende echtgenoot. Leuk samen hobbyen of beroepsmatig aan de slag met modellen, maar goed: dat zijn aparte verhalen op zich, misschien iets voor een volgende keer.
Tijdens mijn opleiding moest ik iedere week een model zien te strikken voor de praktijkles. Dat viel niet altijd mee, met name omdat ik nooit van te voren kon zeggen wat de bedoeling was. Ik kreeg namelijk pas op de avond zelf de opdracht wat er met het model moest gebeuren. Zo heb ik ooit een vriendin van een vriendin meegevraagd, die zich normaliter nooit opmaakte en zich er op verheugde dat zij nu eens mooi in de make up gezet zou worden. Ik weet niet wie van ons er meer teleurgesteld was toen de opdracht luidde: Maak van je model een bejaarde, compleet met grijze haren en rimpels. Toch lukte het me iedere keer weer om een model te strikken, de dames vonden het vaak ook wel een uitdaging.
Tot het moment aanbrak dat er mannen modellen mee moesten. Die stonden nou net niet bepaald enthousiast in rijen opgesteld. Gelukkig heeft Don zich als eerste opgeofferd en liet zich toen braaf door mij plamuren tot TV-presentator. Een soort Hans van der Togt(wie kent hem nog??), maar dan véél knapper natuurlijk. TV make up voor mannen bleek lastiger dan je zou denken.
De tweede les droeg hij zijn beurt maar wat graag over aan een van onze vrienden. Nadat betreffende vriend de foto’s van Don had gezien, durfde hij het avontuur wel aan. “Oh meid… al mijn oneffenheden en rimpeltjes weggewerkt! Ja leuk! Doen we!” Ons verkneukelend op dat wat kwam reden we naar de opleidingsstudio. Eenmaal daar geïnstalleerd, met kwastjes en sponsjes in de aanslag, luidde de opdracht: Maak een glamourvrouw van je model.
De tweede les droeg hij zijn beurt maar wat graag over aan een van onze vrienden. Nadat betreffende vriend de foto’s van Don had gezien, durfde hij het avontuur wel aan. “Oh meid… al mijn oneffenheden en rimpeltjes weggewerkt! Ja leuk! Doen we!” Ons verkneukelend op dat wat kwam reden we naar de opleidingsstudio. Eenmaal daar geïnstalleerd, met kwastjes en sponsjes in de aanslag, luidde de opdracht: Maak een glamourvrouw van je model.
Slik. Een seconde keken we elkaar met grote ogen aan, om vervolgens uit te schieten in een bulderend gelach. “Heb ik weer!” hikte vriendlief terwijl ik alleen maar kon uitbrengen: “Ooohh…. die snor!” Wat moest ik daar nou weer mee?! Kortom, het werd een hilarische avond. Ik besloot de snor gewoon te laten zitten waar die zat en geen enkele moeite te doen om ‘m ook maar een beetje weg te werken. De make up zat uiteindelijk prachtig en met een langharige kastanjerode pruik uit de rekwisietenkast kwam ik een heel eind richting glamour, maar och…die snor! Na menig lachbui, wat weer leidde tot doorlopende mascara en de noodzakelijke herstelwerkzaamheden, mocht het eindresultaat er toch wezen! Voor mij rees een tikje foute, doch glamoureuse Joan Collins à la Jomanda van twee meter lang, gehuld in een vage blauwe draperie (lees: voor de gelegenheid van de rails afgerukt stuk gordijn). Dat laatste omdat ik nu eenmaal niets anders voorhanden had in mijn model zijn (of haar??) maat en mijn creativiteit geen grenzen kende op dat moment.
Normaal gesproken werden de modellen na het bestuderen door medecursisten, het beoordelen door de docent en het vastleggen op foto, weer keurig afgeschminkt zodat ze weer als zichzelf het pand konden verlaten. Mijn vriend-de-diva liet zich echter meeslepen door andere plannen. “Joh, laat zitten!” grinnikte hij “We laten het bij jou thuis even aan Don zien, halen we het er daarna af.” Mij best. Het gordijn en de pruik moesten we jammer genoeg achter laten. En zo bevonden we ons niet lang daarna thuis, waar Don zichtbaar opgelucht was dat hij deze beurt voorbij had laten gaan. “Heb jij niet zo’n soort kaftan?” vroeg vriendlief. Eh… ja, die had ik inderdaad, maar wat wilde hij daar nou mee? “Da’s toch één maat? Geef ‘m eens…”
Zo gezegd, zo gedaan. “Eén maat, dat wel ja…” bedacht ik mij “…maar wat bij mij tot op de grond reikt….” verder kwam ik niet, want wat ik zag sprak boekdelen. “Whahaha… dat gordijn stond je beter!” schaterde ik, toen ik constateerde dat mijn roze kaftan krap om hem heen plooide en zomaar ergens ter hoogte van zijn knieën ophield te bestaan. “En nu?” vroegen Don en ik ons grinnikend af. “Ik ga zó naar huis” was het resolute antwoord “Kijken hoe de reactie daar is als ik zo kom binnenwandelen hi hi hi.. Lachen joh!”
Ons aarzelende Zou je dat nou wel doen?wuifde hij weg. “Ben je gek, kan mij het schelen! ’t Is trouwens toch al donker, als ik hard rij dan ben ik zo thuis. Het is al laat en stil op de weg, dus niemand die mij ziet.” Toch had ik er zo mijn bedenkingen over, maar hij zag niet in waarom. En zo stonden wij hem even later in zijn vol ornaat uit te zwaaien.
Wij lagen nog niet zo lang in bed, toen we opgeschrikt werden door de rinkelende telefoon. Toen ik opnam, kon ik er de eerste minuten geen touw aan vastknopen. Vriendlief met de slappe lach aan de andere kant van de lijn. Afijn, uiteindelijk kwam het verhaal er dan toch verstaanbaar uit. Onderweg naar huis had zijn auto kuren gekregen. Meid, dat doet -ie normaal nóóit!!Het werd op een bepaald moment zo erg dat -ie helemaal weigerde en vriend genoodzaakt was om ‘m naar de kant te manoeuvreren. Daar stond hij dan in het donker –Meid, gelukkig in het donker!”- stil in de berm, proberend zijn auto weer aan de praat te krijgen. Als uit het niets doken er felle koplampen op, die hem naderden van achteren. Het zweet was hem toen uitgebroken, terwijl hij paniekerig had gedacht: “Wat er ook gebeurt, ik ga NIET uit de auto!” Het hing erom….ging zijn auto nog starten of niet? En juist op het moment dat de motor eindelijk -tot grote opluchting- aansloeg, stond de naderende automobilist inmiddels achter hem geparkeerd en was uitgestapt. Een echte man schoot te hulp en tikte nietsvermoedend op het bestuurdersraampje……. Wegrijden was geen optie meer….
Aangezien ik rijkelijk ben bedeeld qua inlevings- en voorstellingsvermogen, lag ik me te bescheuren in mijn bed om levendige beelden die spontaan op mijn netvlies verschenen over de ontstane hilariteit langs de snelweg.
Ik laat het vanaf hier graag verder over aan ieders eigen fantasie… waarmee ik mij met een knipoog wil beroepen op een gevleugeld citaat van Neerlands Hoop: Kleur de plaatjes en maak het verhaal zelf af….!
Oh ja enne: vriendlief is dus de vriend met wie ik zaterdag op stap ga. Wisten wij twintig jaar geleden dat wij ons in 2014 zouden vergapen aan een diva in een parade: Een Echte Man Met Baard, die ook nog eens het songfestival wist te winnen als Vrouw Met Baard….
Meid, we waren onze tijd gewoon ver vooruit!
(Neen, in het kader van de privacy geen foto van vriendlief)
Ontdek meer van bonblog
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
geweldig verhaal, lachen, gieren brullen, ik zie het voor me maar mis toch de foto van vriendlief wel hoor
gr. muis