De volgende stap?
Letterlijk was de volgende stap, de stap die ik niet meer kon zetten. Niet eerder meegemaakt en daarna ook niet.
Een paar weken geleden was dat.
Het was prachtig weer, de zon scheen en ik wilde graag naar buiten. Dat eeuwige rondje om eigen appartement was ik beu. Ik besloot met de auto naar de markt in Vlaardingen te rijden en daar dan wat te slenteren. Ik parkeerde mijn auto met parkeerschijf aan de rand van de binnenstad.
Heerlijk, zo even in de frisse buitenlucht in het zonnetje. En fijn zo op mijn eigen tempo. Als ik niemand hoef bij te benen, dan hou ik het wel even vol. Waar ik juist moeite mee heb, is uptempo en (te) grote passen. Dan voel ik na enkele meters al dat er van alles gaat (ver)zakken in mijn onderlijf en naar buiten komt puilen. Maar deze dag ging het best aardig.
Dacht ik.
Ik kwam terug bij mijn auto en toen ik mijn parkeerschijf wilde opbergen, zag ik dat ik net de toegestane parkeertijd had bereikt. Zo hee! realiseerde ik me, Dan heb ik dus ongemerkt zomaar drie uurtjes gewandeld. Nou da’s mooi zeg! En nergens last van!
Dacht ik.
Ik reed terug naar huis. Op het moment dat ik daar mijn auto uit wilde stappen, voelde ik al dat er iets niet helemaal goed zat in mijn onderbuik. Letterlijk een onderbuik gevoel dus. Toen ik naast mijn auto stond en de volgende stap wilde zetten, lukte dat dus niet. Wat was dit nu weer voor iets raars? Ik kon niet eens de aanzet maken om mijn been vooruit te zetten. Niet met links, niet met rechts.
Mijn onderrug begon pijn te doen, het voelde alsof ik ieder moment ging bevallen. Ehhh…bevallen van wat? En bovendien: hoe kon ik dat nou weten?? Ik heb immers nooit een kind gebaard. Maar zo voelde het wel…denk ik…
Ik was een tel uit het lood geslagen. Hoe kwam ik nu bij mijn huis? Uiteindelijk is me dat gelukt, voorover gebogen, steunend op mijn rollator, schuifelend in slakkentempo. Het lukte me wel om met mijn onderbenen kleine bewegingen te maken. Zodra ik echter een poging deed om met mijn hele been een stap te willen zetten, voelde het alsof ik in tweeën werd gedeeld als een kapotte ritssluiting van onder naar boven.
Thuis ben ik meteen op een vlakke ondergrond gaan zitten om de boel weer enigszins terug naar binnen en op z’n plaats te krijgen. De dag er na belde ik naar mijn onco verpleegkundige Fietje (die in werkelijkheid bijna zo heet, maar dan anders 😉 ). Ik vroeg haar: Wat nu?
Fietje constateerde uit mijn dossier, dat het al langer dan een jaar geleden dat ik fysiek met mijn onco heb gesproken. Alle gesprekken zijn dit jaar -te wijten aan Corona- telefonisch gegaan. Ik heb hierbij wel steeds mijn verzakking cq. prolaps, benoemd plus de ongemakken die ik er aan ondervind.
Ik vind dat het tijd wordt dat de arts u toch even ziet en onderzoekt op korte termijn, besliste Fietje resoluut.
Zo geschiedde en jawel, binnen een week mocht ik al komen!
Mijn afspraak in het Erasmus was niet helemaal à la blij met een dooie mus. De mus bleek schijndood, zeg maar.
Ik zat keurig op tijd in de wachtkamer toen Fietje ineens voor mijn neus verscheen. Huh? Zij hier?
Ja, sorry, hoor, verklaarde ze, ik kom u toch maar even ophalen… er is een spoedgeval tussen gekomen en dat gaat zeker nog zo’n anderhalf uur duren. Ik wil het u niet aandoen om u zo lang op de arts te laten wachten.
Ahhhh nee! Ik was één tel teleurgesteld tot ze vervolgde: Vind u het goed als ík dan even naar u kijk en een verslagje maak? Dan kan ik het in ieder geval allemaal aan hem doorgeven straks. En dan bent u hier toch niet helemaal voor niets gekomen.
Kijk aan, strak plan! Ach, het maakte mij eigenlijk niet zo heel veel uit. Als ik eindelijk maar eens werd gezien, zodat iemand een beeld heeft van waar ik het steeds over heb. Dat lukte wel, even later bij en op de behandeltafel.
Och nee! Wat is dit nu allemaal?! Ach ach…wat zult u daar een last van hebben! Kunt u eigenlijk wel goed lopen? Jeetje zeg! Dit is werkelijk een behoorlijke klacht!
Hè hè, mijn telefonische verzakking kreeg nu een beeld, waarin aan alle kanten geduwd werd.
Dit móet u waarschijnlijk heel erg beperken en belemmeren…Hier moet echt iets aan gedaan worden hoor, lijkt mij. Doet het pijn?
Ach ja daar was -ie weer, de hamvraag… Doet het pijn? Ik denk dat ik een slecht ijkpunt ben als het gaat om pijn. Wat ik op de pijnschaal van 1 tot 10 als een 2 aanduid, is bij een ander misschien wel een 9. Even goed nadenken nu…..
Ik zeg regelmatig ‘au’, met name als ik ga zitten. Of te lang sta. Of te veel beweeg. Of de wasmand optil. Of de stofzuiger de hoeken van de kamer laat zien. Of als ik in en uit de auto stap. Of als ik een steile helling of trap op loop. Of als ik mij omdraai in bed. Of als ik dat laatste item beter niet had kunnen strijken. Of als de naden van mijn panty’s dwars door mijn rampgebied snijden.
Hm, stel ik vast, regelmatig au is eigenlijk best wel vaak au, nu ik er over nadenk. Ik heb het alleen zó in mijn systeem weten op te nemen, zodat het ‘normaal’ lijkt te zijn. Maar dat is het dus niet.
Dat dacht ik al, knipoogt Fietje, Het is goed dat iemand u nu met eigen ogen heeft kunnen zien.
Dan vertel ik haar dat mijn onco terughoudend is als het over een reconstructie operatie gaat. Het is is niet alleen risicovol, maar ook of het een kans van slagen heeft is nog maar de vraag. Ik denk dat hij het liefst zou zeggen: “zo lang mogelijk volhouden en mee zien te leven en pas als het echt niet meer gaat….” Hij adviseert dat niet echt, maar suggereert het en eerlijk gezegd begrijp ik dat wel.
Ja ja, ik begrijp dat ook, stemt Fietje gedeeltelijk in, maar…hoe lang moet u dan wachten? Van wat ik nu gezien heb, zou ik zeggen: nú iets aan doen! Maar de keuze is uiteraard aan u. Wat zou u willen?
Pffff…. Weer zo’n vraag. Doorgaans weet ik dat haarfijn, maar op commando lijk ik ineens last te krijgen van mijn twijfelspieren.
Ik heb het al zo vaak gehad over een hersteloperatie, maar het was beslist niet aan de orde omdat de waardes van mijn tumormarkers te hoog en dus niet goed waren. Eerst moesten die, zeker een jaar lang, stabiel zijn. Dat is dus nog steeds niet het geval. Wél zijn mijn waardes twee keer op rij goed en is er niets alarmerends te zien op de scans. Maar is dat voldoende? pfff….
Is er überhaupt iemand die in eenzelfde situatie verkeert als ik? vraag ik me hardop af. Want, ik lijk maar geen lotgenoten te kunnen vinden -die zijn er toch zeker wel?
Ja, die zijn er…maar geen van allen hebben ernstige klachten zoals u. In mijn hele loopbaan is er ooit één keer een hersteloperatie uitgevoerd, die overigens goed gelukt is.
Tsss…eentje….nou, in dit geval ‘n positief gemiddelde qua kans van slagen 😉
Het blijft een lastige kwestie, waar ik me gelukkig niet dagelijks druk om maak. Ik doe gewoon mijn ding met weliswaar een au’tje hier en een au’tje daar, maar dat zijn momentjes en gelukkig geen doorlopende, aanhoudende pijn.
Mijn bezoekje aan het Erasmus heeft geresulteerd in een vervolgafspraak met mijn onco in de eerste week van januari al. Dan zetten we alles serieus op een rijtje. Mocht er een besluit vallen om een vervolgtraject op te starten, dan zullen ook een plastisch chirurg en een gynaecoloog betrokken worden.
Tot die tijd heb ik nog even om na te denken…maar zoals het er nu voor staat, ben ik geneigd om te zeggen: Wordt ’t niet eens tijd voor de volgende stap?
Ontdek meer van bonblog
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
ja Bo, dat hopen we dan maar, komt tijd komt raad. een betere spreuk was hiervoor denk ik, niet te vinden.
wel heel fijn dat er nu door de onco ook verder over nagedacht wordt.
sterkte wijfie, tis ook niet niks
liefs, muis