Handy
In oktober 1994 waren Don en ik met onze vrienden op vakantie in Australië. Wat ons daar meteen opviel in het straatbeeld van Sydney, was dat negen van de tien personen mobiel telefonerend rond liep. Toen al! Of beter gezegd: dáár al, want in Nederland zag je amper mobiele telefoons. Wel was eerder in dat jaar het eerste gsm-netwerk in ons land in gebruik gesteld. Bellen was echter vrij kostbaar, zo ook de aanschaf van een toestel. Niet iedereen zat er om te springen, want waarom zou je overal vandaan moeten kunnen bellen of gebeld willen worden? Het is bijna dertig jaar later en hoe anders denken we daar nu over!
Mijn eerste mobiele telefoon was een loodzwaar geval van het formaat in de lengte gehalveerde baksteen. Ik kreeg ‘m als “noodzakelijk cadeautje” van Don naar aanleiding van een keer pech onderweg.
Op een avond was ik onderweg naar huis vanuit Deventer. Zodra ik de A50 opdraaide, merkte ik dat er iets mis was met mijn auto. Op mijn dashboard begonnen lampjes zenuwachtig te knipperen en leek de motor te haperen bij het voluit gas geven. Wat was dit voor ongein? Gelukkig was er vrij snel een afrit naar een parkeerstrook met aan de ene kant van de weg het bos en aan de andere kant een tankstation. Daar liep ik naar binnen om de ANWB pechhulp te bellen en vervolgens naar huis met de boodschap dat ik ‘ietsje later’ thuis zou zijn.
Ik besloot om in mijn auto te wachten tot er hulp kwam, dat duurde langer dan ik dacht. Inmiddels werd het aardig donker. Op de parkeerstrook reden auto’s af en aan. Soms werd er pal achter mijn auto geparkeerd en geseind met groot licht, het was echter niet de ANWB. Pardon? Ik reageerde er verder maar niet op. Ook werd vlak naast mijn deur gestopt en naar binnen gegluurd. Ik keek stoïcijns terug, waarna haastig doorgereden werd. Wat was dit voor iets raars? Voor de zekerheid deed ik mijn deuren maar op slot.
Toen parkeerde iemand voor mij zijn auto. De bestuurder stapte uit, gooide een plastic zak in de prullenbak bij de bosrand, stapte weer in de auto en reed weg. Niets bijzonders, dacht ik. Twee tellen later echter, werd er een volgende auto voor mij geparkeerd. De bestuurder stapte uit, liep naar de prullenbak, viste daar de eerder gedumpte plastic zak uit, nam die mee de auto in en reed haastig weg. Nou, dat was wél bijzonder, dacht ik en meteen bekroop mij een onaangenaam gevoel. Wat was dit eigenlijk voor een parkeerplaats?? (Ja ja, ik weet het: naïef!)
De woorden van Don, toen ik gebeld had, galmden door mijn hoofd: Blijf daar waar het licht is! Blijf maar gewoon binnen wachten op de ANWB. Maar nee, ik moest zo nodig eigenwijs in mijn auto gaan zitten. Nu, na al die vreemde figuren om mij heen, stapte ik alsnog uit en precies op het moment dat ik wilde oversteken naar het tankstation zag ik een gele servicewagen aankomen rijden.
Ik bespaar jullie de tirade die ik bij mijn thuiskomst kreeg. Beginnend met ‘Ben jij nou helemaal gek?’ kwam het verder neer op: Zul je nooit meer met pech in het donker in je auto blijven zitten? Wacht altijd daar waar het licht is en waar andere mensen zijn. Ajoh, niks gebeurd toch, zei ik nog enigszins sussend. Afijn, niet lang daarna kreeg ik dus mijn eerste Sony “dubbeldeurs koelkast” -zoals die allereerste lompe modellen gekscherend werden genoemd. Al is het alleen maar om in geval van nood iemand te kunnen bellen, je bent zo vaak ergens onderweg. En het stelt mij gerust. –luidde het ‘excuus’.
Onvoorstelbaar hoe het hele GSM gebeuren zich in bijna dertig jaar heeft ontwikkeld! Ondenkbaar hoeveel verschillende toestellen ik in die periode heb gehad. In het Duits worden ze een Handy genoemd, daar moest ik om lachen. Ik vond die kleine, die je open moest klappen om te kunnen bellen, letterlijk handy -als in handig. Later werd het model met uitschuifbaar toetsenbord mijn favoriet, hiermee kon ik razendsnel SMS’en. Grappig die afkorting voor Short Message Service, want mijn berichten waren allesbehalve kort 😉
De techniek ontwikkelt zich alsmaar verder en ik gebruik mijn mobiele telefoon al lang niet meer om alleen maar mee te bellen -al dan niet in geval van nood. Ik doe er werkelijk van alles mee wat je bij een smartphone kunt bedenken. Je komt er pas achter hoe vaak je naar het toestel grijpt, als je ‘m een tijdje moet missen. Ik schrijf bewust ‘moet’, want dat ligt toch net even iets anders dan bij een vrijwillige keuze.
Ooit liet ik een van mijn telefoons op onze plavuizen keukenvloer vallen…..grrr…scherm aan gruzelementen. Sindsdien plaats ik steeds direct na aanschaf van een telefoon een screenprotector over het scherm. Eén van de voordelen van mijn huidige zogenaamde ‘flip’-toestel is dat er standaard al een screenprotector op zit. Een ander voordeel vind ik, dat je het model kan dubbelklappen. Zo is -ie lekker compact en het heeft wel iets nostalgisch met een knipoog naar mijn oude ‘klaptelefoon’ van tig jaar geleden. Nadeel is dat je de screenprotector niet zelf kunt vervangen, maar dit moet laten doen bij een servicecentrum.
Ik was benieuwd hoe lang de screenprotector in tact zou blijven. De vraag was niet of de folie op een bepaald moment los zou laten, maar: wanneer? Na een jaar dus. Er verschenen luchtbelletjes in het midden van het scherm, precies waar het toestel dubbelklapt. Dat was min of meer te verwachten. Laten vervangen dan maar. Ik maakte een afspraak bij een servicecentrum in Rotterdam, daar zou ik kunnen wachten. Het bleek echter ontzettend druk met reparaties die nog voor mij aan de beurt waren en ik moest mijn telefoon voor een uurtje achterlaten.
Wat moest ik in hemelsnaam in dat uur? Even een blokje om dan maar, kijken of er winkeltjes in de buurt zijn. En daar begon het al: Ehm…weet u hoe laat het is? Ik heb geen horloge, ik kijk altijd op mijn telefoon….
Tijdens het wandelen kruist een eendengezin mijn pad. Vader- en moeder-eend met een vijftal pijltjes, zo schattig! Ik grijp naar mijn camera om er een foto van te maken. Mis! Geen telefoon…
Verderop bij een boekhandel besluit ik een tijdschrift te kopen en terug te lopen om bij het servicecentrum dan maar wat te gaan zitten lezen. Bij de kassa wil ik mijn telefoon pakken…. O nee, ik zal op een andere manier moeten betalen. Gelukkig heb ik ergens in mijn tas nog een betaalpasje.
Terug bij het servicecentrum wil ik eerst nog even snel een appje sturen naar…. o nee, kan niet!
Absurd zeg, dat ik nu binnen een uur al een paar keer automatisch naar mijn telefoon heb willen grijpen, terwijl dat ding thuis soms een hele dag onaangeroerd ergens rondslingert.
Dan wordt er op mijn schouders getikt door iemand van de service afdeling. Mijn telefoon is klaar. Met een grijns wordt mij een hoesje met mijn telefoon erin overhandigd.
Ha ha ha…ik beken: idem 😉
Ontdek meer van bonblog
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.